Juridische publicaties

Rechtspraak op afspraak? De voor- en nadelen van procesafspraken.

1. Inleiding 

Grote drugszaken, witwaszaken en megazaken met meerdere verdachten brengen vaak vele onderzoekswensen, getuigenverhoren en verweren met zich mee. De behandeling hiervan kost vaak erg veel tijd en geld, zowel voor de advocatuur als voor het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak.  Hierdoor is de druk op de gehele strafrechtketen erg hoog. Is er niet een effectievere manier om met dit soort megazaken om te gaan zonder een afbreuk te doen aan een eerlijk proces? 

                  De afgelopen jaren zien we een nieuwe ontwikkeling in de Nederlandse strafpraktijk. Steeds vaker worden zaken afgedaan door middel van procesafspraken. Dit is vergelijkbaar met 'plea bargaining'[1], zoals we dat kennen uit Amerikaanse series, maar dat zich in Nederland op een eigen wijze heeft ontwikkeld. Hoewel er nog geen wettelijk kader is waarin is vastgelegd hoe we met procesafspraken moeten omgaan, heeft de Hoge Raad ons al erg veel duidelijkheid gegeven omtrent het fenomeen. Op 27 september 2022 kwam de Hoge Raad met een standaardarrest waarin het juridische kader werd geschetst omtrent procesafspraken.[2] Sinds dit arrest is een grote toename van procesafspraken te zien in de rechtspraak. 

                  In dit artikel wordt eerst gekeken naar wat procesafspraken precies inhouden. Daarna wordt gekeken naar enkele voor- en nadelen die procesafspraken met zich meebrengen. 

 

2. Procesafspraken 

De Hoge Raad definieert procesafspraken als afspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging over het verloop van de strafprocedure en/of de wijze van afdoening van de strafzaak.[3] In de praktijk houdt het maken van procesafspraken vaak in dat de verdediging vrijwillig afziet van bepaalde verdedigingsrechten. Dit kan onder meer betekenen dat zij geen onderzoekswensen indient of dat zij afziet van het voeren van verweren met betrekking tot de bewezenverklaring of de hoogte van de straf. In ruil daarvoor treden het Openbaar Ministerie en de verdediging in overleg om afspraken te maken over de verdere afhandeling van de strafzaak. Dit betreft doorgaans afspraken over welke feiten het Openbaar Ministerie bewezen acht en welke straf zij passend acht.[4] Ook kan het voorkomen dat het Openbaar Ministerie in de procesafspraken afziet van zijn recht om een vordering tot ontneming van een wederrechtelijk verkregen voordeel in te dienen. [5]

                  Wanneer het Openbaar Ministerie en de verdediging procesafspraken maken, betekent dit nog niet dat de verdachte met volledige zekerheid weet dat de afgesproken straf ook daadwerkelijk zal worden opgelegd. Het is uiteindelijk altijd de rechter die een oordeel moet vellen over de zaak en die beslist de procesafspraken wel of niet worden gevolgd. De gemaakte procesafspraken doen dus niks af aan de zelfstandige positie van de rechter. De Hoge Raad stelt dat de rechter te allen tijde zijn eigen verantwoordelijkheid behoudt om ervoor te zorgen dat de behandeling en beoordeling van de strafzaak plaatsvindt volgens de geldende wettelijke bepalingen. Hierbij zijn met name de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens van belang. De Hoge Raad stelt dat de rechter dient te onderzoeken of de verdachte in de concrete omstandigheden van het geval vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten. Hierbij is het in beginsel vereist dat de verdachte aanwezig is op het onderzoek ter terechtzitting.[6] Ook in de zaken waarin de partijen procesafspraken maken vindt er dus nog altijd een rechterlijke toets plaats. In praktijk worden procesafspraken regelmatig gevolgd. 

                  Naast het feit dat de verdachte in een eerder stadium van het proces al meer duidelijkheid krijgt omtrent zijn strafoplegging, kan ook het verkrijgen van strafkorting een reden voor verdachten zijn om procesafspraken te maken. Uit de recente rechtspraak blijkt dat wanneer procesafspraken worden gemaakt, dit vaak resulteert in een strafvermindering van maximaal een derde ten opzichte van de gebruikelijke straf. Deze strafvermindering wordt doorgaans gerechtvaardigd omdat de verdachte meewerkt aan een procedure die uiteindelijk leidt tot een efficiëntere rechtspleging.[7] Het is niet ondenkbaar dat de verdachte door het maken van procesafspraken een grotere strafvermindering krijgt. Zo heeft de rechtbank Overijssel ingestemd met procesafspraken waarbij een straf van 30 maanden is opgelegd, terwijl in beginsel een straf van 48 maanden passend en geboden zou zijn geweest. [8]

Een ander voorbeeld is de rechtbank Amsterdam, die recent instemde met het terugbrengen van een straf van 72 naar 40 maanden in het kader van een procesafspraak. [9]

 

 

3. Enkele voordelen en nadelen van procesafspraken 

 

3.1 Voordelen

Een van de meest voor de hand liggende voordelen van procesafspraken is de efficiëntie die het met zich meebrengt. Zaken die normaliter veel capaciteit van de rechtbank en het Openbaar Ministerie zouden innemen, kunnen door middel van procesafspraken sneller worden afgedaan. In veel zaken ziet de verdediging namelijk af van het indienen van onderzoekswensen, waardoor de rechter-commissaris geen verder onderzoek hoeft te verrichten. De behandeling van de strafzaak tijdens het onderzoek ter terechtzitting neemt bovendien minder tijd in beslag, omdat er geen inhoudelijke verweren meer worden gevoerd. Daarnaast wordt in een procesafspraak vaak overeengekomen dat de partijen niet in hoger beroep gaan, indien de afspraken door de rechtbank worden gevolgd. Ook dit levert tijdswinst op en bespaart kostbare zittingscapaciteit. [10]

                  Bovendien ontstaat voor alle betrokken partijen meer duidelijkheid omtrent het verdere verloop van de zaak. 

 

 

3.2 Nadelen   

Naast de voordelen die de procesafspraken met zich meebrengen zijn er ook nadelen. Ten eerste bestaat er een risico dat het maken van de procesafspraken een afbreuk doet aan de waarheidsvinding. Doordat de verdediging vaak afziet van het indienen van onderzoekswensen en geen verweren voert, is het mogelijk dat niet alle relevante feiten boven water komen. 

                  Daarnaast brengt de opkomst van procesafspraken ook een risico op rechtsongelijkheid met zich mee. Een voorbeeld hiervan deed zich voor bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant.[11] De raadsman in deze zaak stelt dat er voor ‘kleinere jongens’ geen gelegenheid bestaat tot het ‘afkopen’ van hun straf. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat strafzaken van zogenoemde ‘kleinere jongens’ doorgaans van beperkte omvang zijn, waardoor het treffen van procesafspraken onvoldoende proceseconomisch voordeel oplevert voor het Openbaar Ministerie of de rechterlijke macht. Dit zou kunnen zorgen voor rechtsongelijkheid waardoor de rechtbank hier in haar strafoplegging rekening mee zou moeten houden. De rechtbank deelt het standpunt van de raadsman niet en ziet geen aanleiding om in zaken zonder afspraken, waarin de proceseconomische voordelen dus ontbreken, toch strafvermindering toe te passen. [12]

                  Hoewel de rechtbank toetst of de procesafspraken vrijwillig tot stand zijn gekomen, is zij niet betrokken bij het onderhandelingsproces zelf. Bovendien is er  tussen de verdachte en het Openbaar Ministerie een ongelijke machtsverhouding. Het risico bestaat dat een verdachte slechts instemt met de afspraken uit angst voor een zwaardere straf indien hij weigert mee te werken. Of dergelijke situaties zich daadwerkelijk voordoen, is onbekend. Niettemin is het van belang alert te zijn op de mogelijkheid dat dit zich in de praktijk kan voordoen.

 

4. Conclusie 

Procesafspraken zijn steeds vaker terug te zien in de Nederlandse strafrechtspraktijk. Met name in omvangrijke strafzaken bieden zij een manier om de zaken efficiënter af te doen. Met het standaardarrest van 27 september 2022 heeft de Hoge Raad laten weten dat het maken van procesafspraken binnen bepaalde kaders toelaatbaar is. Hoewel deze nieuwe ontwikkeling voordelen met zich meebrengt, dient men ook waakzaam te zijn voor de eventuele nadelen.

 


Bibliografie

[1] Lees meer in het artikel Plea bargaining: onderhandelen met een beul, of de rechter? Van Berend No ë & Dani ël Tamir

[2] HR 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252.

[3] HR 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252, r.o. 5.1.

[4] Voorbeeld van een zaak waarin dergelijke afspraken werden gemaakt: Rb. Midden- Nederland 13 februari 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:644.

[5] Rb. Zeeland-West-Brabant 27 november 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8087.

[6] HR 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252, r.o. 5.2.2,  5.4.1 en 5.4.3.

[7] Rb. Overijssel 25 februari 2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:1140, r.o. 7.3 en Rb. Midden- Nederland, 10 februari 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:335, r.o. 9.3.3.

[8] Rb. Overijssel 25 februari 2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:1139.

[9] Rb. Amsterdam 17 december 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:8574.

[10] Rb. Overijssel 25 februari 2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:1139.

[11] Rb. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 februari 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:847.

[12] Rb. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 14 februari 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:847, r.o. 6.2- 6.3.


22mei

test

test

Verschijningsplicht en onschuldpresumptie
17apr

Verschijningsplicht en onschuldpresumptie

1. Inleiding  Met de invoering van de Wet uitbreiding slachtofferrechten hebben een aantal grote veranderingen binnen het...

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen