Het lichaam als bewijs: DNA-onderzoek in verband met artikel 8 EVRM
In het Friese dorp Feankleaster werd op 1 mei 1999 de zestienjarige Marianne Vaatstra verkracht en vermoord gevonden in een weiland. Dit afschuwelijke misdrijf bleef ruim twaalf jaar onopgelost totdat een grootschalig DNA-onderzoek in 2012 alles veranderde. Uit dit grote ‘DNA-verwantschapsonderzoek' onder inwoners uit de regio kwam eind 2012 een man naar voren wiens DNA volledig overeenkwam met het spoor op het lichaam van Marianne.[1] De dader, Jasper S., werd aangehouden, bekende de moord en werd veroordeeld voor 18 jaar cel.[2] Inmiddels is S. voorwaardelijk vrijgelaten met een gebiedsverbod voor Noord-Nederland.[3]
Deze zaak, waarbij het lichaam als bewijs voor een doorbraak zorgde, roept een lastige vraag op: hoever mag de staat gaan in het verzamelen en opslaan van ons DNA?
Artikel 8 EVRM en het menselijk DNA
Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) garandeert het recht op eerbiediging van het privéleven.[4] Daaronder vallen niet alleen persoonlijke levenssfeer en correspondentie, maar ook lichamelijke integriteit en de bescherming van gevoelige persoonsgegevens, zoals DNA.[5]
Overheidsingrijpen in dit recht is alleen toegestaan als het in overeenstemming is met de wet, een legitiem doel dient (bijvoorbeeld misdaadbestrijding) en noodzakelijk en proportioneel is in een democratische samenleving. In de praktijk toetsen Europese rechters steeds of er een wettelijke grondslag is, een legitiem algemeen belang wordt gediend, en of de maatregel niet buitensporig ingrijpt in privéleven.[6]
Het nemen van een DNA-monster raakt de lichamelijke integriteit en verzamelt uiterst persoonlijke data. De EHRM-jurisprudentie benadrukt dat opslaan van DNA-gegevens altijd een ‘ingrijpen’ in het privéleven betekent.[7] Het Europese Hof oordeelde bijvoorbeeld dat de aard en hoeveelheid informatie in DNA-profielen per definitie ertoe kunnen leiden dat opslag hiervan een inmenging is in het privéleven.
Jurisprudentie van het EHRM
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft duidelijk gemaakt hoe artikel 8 EVRM van toepassing is op DNA-afname en -opslag. In de zaak S. en Marper/Verenigd Koninkrijk (2008) maakten twee Britten bezwaar tegen het langdurig bewaren van hun DNA en vingerafdrukken. Het Hof oordeelde dat de Britse wet DNA op grote schaal en zonder tijdslimiet liet registreren, wat een disproportionele inmenging in het privéleven vormde. Een wet die massaopslag mogelijk maakt, ongeacht ernst of uitkomst van de zaak, gaat volgens het Hof te ver.[8]
In Gaughran/Verenigd Koninkrijk (2020) bevestigde het Hof dit principe. De heer Gaughran, veroordeeld voor rijden onder invloed, zag dat zijn DNA, vingerafdrukken en foto permanent bewaard worden. Het Hof stelde dat deze ‘indiscriminate retention’ een onevenredige inbreuk op artikel 8 EVRM vormde en benadrukte dat DNA bijzonder gevoelig is, omdat het ook informatie over familieleden bevat.[9]
De zaak Marianne Vaatstra
Hoe past nu het grootschalig DNA-onderzoek in de Vaatstra-zaak binnen dit juridisch kader? Sinds april 2012 is in artikel 151da Wetboek van Strafvordering expliciet geregeld dat bij bepaalde ernstige misdrijven een DNA-verwantschapsonderzoek mag plaatsvinden.[10] In dit geval was het doel legitiem: het oplossen van een moord waarvoor alle andere opties waren uitgeput. Bovendien was de operatie gericht opgezet: niet iedereen hoefde verplicht mee te doen, maar alleen mannen binnen een straal van vijf kilometer vanaf het plaats delict konden vrijwillig DNA afstaan. Dit beperkte de omvang van het onderzoek, in overeenstemming met het gerechtvaardigde doel.[11]
In de Vaatstra-actie werden ca. 8.000 mannen uitgenodigd en maar liefst 6.500 stonden speeksel af.[12] Hoewel deelname op vrijwillige basis was, bleef de sociale druk voelbaar. De evaluatie wijst erop dat de politie nadrukkelijk heeft gevraagd om toestemming voor een forse inbreuk op de lichamelijke integriteit.[13] Met andere woorden, mannen gaven vrijwillig speeksel, maar het was niet zomaar een neutrale handeling. Men werd nadrukkelijk gewezen op het belang voor de zaak. De wet vereist expliciete toestemming, maar die druk schept vragen over hoe ‘vrijwillig’ dit in praktijk echt was.
Een cruciale voorwaarde is dat de maatregel proportioneel moet zijn. In de Vaatstra-zaak kunnen daarover verschillende kanttekeningen worden geplaatst, al zijn er ook stappen ondernomen om die proportionaliteit te waarborgen. Zo werden de selectiecriteria (leeftijd, geslacht en woongebied) bewust beperkt gehouden. De afgenomen DNA-profielen zijn niet opgenomen in een permanente databank en zijn na afloop vernietigd, met uitzondering van het profiel van de uiteindelijke verdachte.[14] Het NFI bevestigde dat al het materiaal uit de screening op last van het OM is vernietigd.[15]
Ook kondigde justitie aan dat er geen blijvende monsters of bestanden uit het onderzoek voortvloeien. Zo wordt voorkomen dat DNA-verzamelingen uit de zaak Vaatstra later als ‘catch-all’ misbruikt kunnen worden.[16]
Dankzij de DNA-actie kreeg de familie van Marianne gerechtigheid. De dader bekende de moord en werd in 2013 veroordeeld. In juridische zin oordeelde de rechtbank dat de massale afname niet onwettig was. Het strafproces gebruikte uiteindelijk vooral de definitieve match. Tegelijkertijd staat de actie symbool voor de blijvende spanning tussen het publieke belang bij het oplossen van ernstige misdrijven en de bescherming van individuele privacy.
De zaak Vaatstra illustreert hoe DNA-onderzoek tot vrijwel waterdicht bewijs kan leiden, terwijl zij tegelijk blootlegt hoe ver de samenleving bereid is te gaan om gerechtigheid te bereiken. Daarmee rijst een fundamentele vraag: wie beheert het ‘lichaam als bewijs?’ In hoeverre durven we onze lichaamsgegevens beschikbaar te stellen om ernstige misdaden op te lossen? Artikel 8 EVRM schrijft voor dat alle inbreuken zorgvuldig moeten worden afgewogen voordat het recht op privéleven beperkt mag worden. De balans tussen een veilig Nederland en persoonlijke vrijheid moeten we als maatschappij zelf trekken. Hoe ver willen we die kant op schuiven? De zaak Vaatstra nodigt ons uit hierover na te denken en in gesprek te gaan, waarbij heldere wettelijke waarborgen en publieke discussie cruciaal blijven.
Bibliografie
[1] Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2017, 15 mei). DNA match in Vaatstra case. News Item | Netherlands ForensicInstitute.
[2] Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2017b, mei 15). Dutch screen DNA of 8,000 men to solve 13-year-old murder. News Item Netherlands Forensic Institute.
[3] Moordenaar Marianne Vaatstra vrij met gebiedsverbod, hoe werkt dat? (2024, 16 november). RTL.nl.
[4] Artikel 8 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Rome, 04-11-1950.
[5] GeneWatch UK - Home. (z.d.).
[6]Recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven. (z.d.). coe.int.
[7] GeneWatch UK - Home. (z.d.).
[8] EHRM 4 december 2008, ECLI:CE:ECHR:2008:1204JUD003056204 (S. en Marper/Verenigd Koninkrijk).
[9] A policy of indefinite retention of convicts’ biometric data found to be unlawful (Gaughran v United Kingdom). (2020). In Public Law [Journal-article].
[10] Artikel 151da Wetboek van Strafvordering
[11] Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2017c, mei 15). Dutch screen DNA of 8,000 men to solve 13-year-old murder. News Item | Netherlands Forensic Institute.
[12] Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2017b, mei 15). DNA match in Vaatstra case. News Item | Netherlands Forensic Institute.
[13] Winter, H., Hoving, R., Boxum, C., Veen, C., Pro Facto, & Rijksuniversiteit Groningen. (2019). Evaluatie regeling DNA-verwantschapsonderzoek. In Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, ministerie van Veiligheid en Justitie, WODC, G. J. Veerman, A. C. Wille, M. Prinsen, A. H. G. V. Zantvoort, C. C. M. V. Deudekom, A. T. Boom, & W. M. D. Jongste, Evaluatie regeling DNA-verwantschapsonderzoek.
[14] Winter, H., Hoving, R., Boxum, C., Veen, C., Pro Facto, & Rijksuniversiteit Groningen. (2019). Evaluatie regeling DNA-verwantschapsonderzoek. In Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, ministerie van Veiligheid en Justitie, WODC, G. J. Veerman, A. C. Wille, M. Prinsen, A. H. G. V. Zantvoort, C. C. M. V. Deudekom, A. T. Boom, & W. M. D. Jongste, Evaluatie regeling DNA-verwantschapsonderzoek.
[15] Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2017b, mei 15). DNA match in Vaatstra case. News Item | Netherlands Forensic Institute.
[16] Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2017c, mei 15). Dutch screen DNA of 8,000 men to solve 13-year-old murder. News Item | Netherlands Forensic Institute.
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen